Hooi:
Het basisvoedsel van konijnen is hooi, hooi moet
altijd aanwezig zijn. Hooi is om verschillende redenen het belangrijkste
voedsel voor een konijn:
1. Het bevat vrijwel alle voedingsstoffen die een konijn nodig heeft en zorgt voor een gezonde darmflora.
2. Hooi wordt snel door de darmen gevoerd, dat is belangrijk voor een
konijn want hierdoor krijgt hij een goede darmwerking, met weinig kans
op verstoppingen.
3. Doordat een konijn de hele dag op hooi kauwt, slijten de kiezen goed
af en is er minder kans op haken aan de kiezen. Doordat de kiezen goed
afslijten, slijten ook de voortanden goed af.
4. Het kauwen op hooi geeft een konijn wat te doen. Ook stress reageert een konijn af door op hooi te kauwen.
Een handje hooi per dag is dus niet genoeg, hooi moet
dagelijks in ruime mate gegeven worden. Een konijn moet 24 uur per
etmaal hooi kunnen kauwen.
Is het hooi allemaal opgegeten, dan moet het direct weer aangevuld
worden met een nieuwe pluk hooi, ook al is de dag nog niet om. Wees met
hooi nooit zuinig!
Je kunt beter niet kiezen voor de pakjes stijf geperste hooi, dit hooi
is droog en dor en bestaat uit kleingesneden sprietjes. In
dierenspeciaalzaken wordt 'los hooi' in plastic zakken verkocht. Dit
hooi is lang-stelig en heel smakelijk en aantrekkelijk voor een konijn.
Water:
Water mag nooit ontbreken. Nog steeds gaat de fabel
rond dat konijnen geen water nodig hebben. Dit verhaal stamt uit de tijd
dat konijnen voornamelijk gras gevoerd werden. Gras bevat enorm veel
vocht, waardoor de waterbehoefte van een konijn sterk vermindert.
De waterbehoefte is ca. 50 ml. per kg. lichaamsgewicht per 24 uur. Het
ene konijn drinkt meer dan het andere, dit is ook afhankelijk van
hoeveel groenvoer een konijn dagelijks krijgt. Hoe meer groenvoer
gegeten wordt, hoe minder de waterbehoefte zal zijn, dit regelt een
konijn zelf.
Een konijn mag dus nooit zonder water zitten, als een konijn 24 uur
niets te drinken heeft, dan komt hij in de problemen omdat vochttekort
ontstaat. Door vochttekort kan een konijn ook stoppen met eten. Hierdoor
komt het dier in een razendsnelle cirkel omlaag. Zorg er dus altijd
voor dat de waterbak of waterfles dagelijks gevuld wordt met fris,
schoon water. In oud water ontstaat bacterie-groei, waardoor een konijn
ziek kan worden.
Droogvoer:
Droogvoer werd oorspronkelijk ontwikkeld voor
laboratorium-konijnen en konijnen in commerciële houderijen voor vlees
of bont. Deze konijnen moeten snel groot en op gewicht zijn en het
droogvoer werd hierop afgestemd. Als je in de natuur kijkt, eten de
konijnen geen droogvoer.
Tegenwoordig is het droogvoer gelukkig beter op huiskonijnen afgestemd,
met minder eiwitten en vetten en meer vezels. Maar weinig droogvoer
laten eten en veel hooi blijft het beste dieet voor een konijn.
Biks (groene korrels) geniet de voorkeur boven
gemengd voer. Reden hiervoor is dat konijnen bij gemengd voer snel
geneigd zijn om de lekkere gekleurde dingen uit het voer te eten, en de
groene korrels uit dat voer te laten liggen. Maar hier zitten juist de
waardevolle voedingsstoffen in die een konijn nodig heeft.
Nog een reden is dat gemengd voer veel koolhydraten bevat, en het geven
van te veel van dit voer kan leiden tot blindedarmproblemen, met als
gevolg de bekende kwaal van aangekoekte ontlasting.
Eet een konijn zijn gemengde voer binnen een kwartier allemaal op en eet
hij daarnaast veel hooi, dan is het geen bezwaar om gemengd voer te
geven. In alle andere gevallen is het beter om over te schakelen op
biks.
Van biks zijn verschillende kwaliteiten te koop, niet elk merk biks is goed.
Hoeveelheid droogvoer:
De maximale hoeveelheid droogvoer voor een konijn zou
niet meer dan 35 gram per kg. lichaamsgewicht per dag mogen bedragen.
In sommige gevallen is het voor een konijn zelfs beter om nog minder
droogvoer te krijgen. Een jong konijn tot de leeftijd van 6 maanden mag
meer krijgen, zolang hij goed hooi blijft eten. Een konijn van 6 jaar of
ouder dat mager wordt, mag ook meer krijgen. Maatstaf voor de
hoeveelheid te geven droogvoer is altijd de mate van hooi eten. Laat een
konijn het hooi staan of gaat het er minder van eten, dan krijgt het te
veel droogvoer.
N.B. Een konijn dat geen hooi kan eten, moet natuurlijk voldoende
hardvoer gegeven worden. In dit geval kun je het beste kiezen voor
Supreme Science Selective dat heel veel vezels bevat.
Voer wennen:
De eerste dagen moet een nieuw konijn precies
hetzelfde eten als wat het gewend was! Dus dat kun je het beste even
goed navragen bij fokker, dierenwinkel of asiel waar het konijn vandaan
komt. Vraag wat voer wat het dier gewend was te eten mee voor de eerste
dagen. Zeker de eerste dagen doorgaan met dit voer te geven. Als het
konijn geen hooi gewend was, dan dit wel gelijk gaan geven. Als je je
konijn aan ander voer wilt wennen, moet dat heel geleidelijk gebeuren.
Dus na een paar dagen een heel klein beetje nieuw voer bij het oude.
Verder dan iedere volgende dag wat meer nieuw voer, en wat minder oud
voer. Omschakelen moet in ongeveer 4 dagen gebeuren, mag langer duren,
niet korter.
Als er een nieuwe zak biks aangebroken wordt kan de
samenstelling van de nieuwe biks iets verschillen van de vorige zak, en
sommige konijnen kunnen hier heftig op reageren met diarree. Daarom kan
door het laatste beetje oude biks het best een beetje nieuwe biks
gemengd worden, zodat het maagdarmstelstel van het konijn kan wennen.
Houd zoveel mogelijk vaste tijden aan om te voeren.
Of je nou 1x per dag, 2x per dag of 3x per dag voert, probeer het op
ongeveer dezelfde tijd te doen. Regelmaat is erg belangrijk.
Kool:
Met koolsoorten moet je altijd voorzichtig zijn, daar
kan en konijn heel snel gasvorming van krijgen. Wat ook weer dodelijk
kan zijn. Dus van de koolsoorten beter alleen broccoli (heel weinig!),
bloemkool (heel weinig!) en 's winters boerenkool geven. Op boerenkool
zijn de meeste konijnen erg gek. Nogmaals: zoveel mogelijk gevarieerde
groenten tegelijk geven, dus boerenkool enz. erbij en niet alléén maar.
Goede groenten:
Voorbeelden van goede groenten om te geven zijn:
Andijvie, broccoli, venkel(heel weinig), bleekselderij(3 cm),
selderieknol, koolrabi, witlof, veldsla, waterkers, boerenkool, paksoy,
mosterdblaadjes, frambozenblaadjes, paardebloemblad, wortel en het loof
van wortelen. Voor erbij een takje peterselie, takje selderie.
Er zijn in de natuur nog veel meer kruiden en planten die goed zijn voor
konijnen. Jonge toppen van brandnetels bijvoorbeeld, een dag laten
liggen om de brand eruit te laten gaan, zijn heel erg gezond voor
konijnen. Wilde achillea is heel goed voor de spijsvertering, ook voor
stoornissen. Wat wilde achillea iedere dag bij het groenvoer is geen
slechte zaak. Weegbree kan met mate toegevoegd worden, (is erg
eiwitrijk) omdat dit plantje een goede uitwerking heeft op de
darmbeweging. Brandnetels zijn ook geschikt om gedroogd als hooi te
geven, gemengd door het gewone hooi.
Slechte groenten:
Groenten die niet gegeven mogen worden: prei, ui,
bieslook, bonen, erwten, mais, vaste kool, spruitjes. Veel klaver geeft
ook problemen, net zoals veel nat gras. Met de grasmaaier afgemaaid gras
mag nooit gegeven worden in verband met gistingsgevaar (trommelzucht),
geplukt, met de hand gesneden of geknipt lang gras mag wel gegeven
worden.
Regelmaat:
Groenvoer kun je beter niet de ene keer wel en de andere keer niet
geven. Beter òf helemaal niet, òf elke dag groenvoer geven. Als een
bepaalde groentesoort een keer niet voorradig is, en het konijn heeft
bijvoorbeeld een week zonder moeten doen, begin dan weer met matig
geven, om het maagdarmstelsel opnieuw te wennen.
Wortel:
Het is voor veel konijnen niet goed om te veel wortel te eten. Er zit
veel suiker in, en sommige konijnen krijgen hierdoor diarree. Een kleine
wortel, of een paar plakken van een grote wortel per dag is voldoende.
Geef liever winterwortel dan bospeen of waspeen.
Paardenbloemen:
Pluk nooit paardenbloembladeren aan de kant van een weg, die zijn
bevuild door uitlaatgassen. Let op dat er geen uitwerpselen van andere
dieren liggen, dit kan bij je konijn(en) een wormbesmetting veroorzaken.
Let op dat niet in de buurt met gif gespoten is!
Fruit:
Fruit mag alleen zeer matig gegeven worden i.v.m. met de suikers die het
bevat. Teveel suiker kan grote darmproblemen geven. Dus per dag niet
meer dan 1 aardbei of 1 kers, een partje appel enz.
Fruit moet op dezelfde manier opgebouwd worden als groente. Een konijn
mag appel, peer, banaan, aardbei, enz., eigenlijk alles wat hij lust, met
schil en al. Maar met een klein stukje beginnen de eerste dag! Geen
appelpitjes, die zijn giftig. Banaan bevat veel kalium, een overmaat aan
kalium kan hartproblemen geven. Slechts een paar keer per week een
plakje banaan is dan ook meer dan genoeg.
Brood:
Oud hard brood, wat konijnen heel lekker vinden, mag slechts met mate gegeven worden.
Kruiden voor konijnen
Waarom kruiden voeren?
In de natuur leeft een konijn vooral van grassen en kruiden. Het
dagelijks bijvoeren van verse of gedroogde kruiden is dus heel
natuurlijk en zorgt voor extra variatie in de voeding. Daarnaast hebben
kruiden ook nog eens een positieve werking op de gezondheid van onze
konijnen.
Gezonde kruiden:
Van veel kruiden is de gezonde werking algemeen bekend. Maar wist je
dat sommige kruiden zowel een gezonde als een minder goede werking
hebben? Geef kruiden dus altijd met mate en lees ook goed de melding die
er bij staat wanneer je een bepaald kruid juist niet moet geven.
Hoe vaak voeren:
Je
mag dagelijks kruiden bijvoeren aan je konijn. Een konijn moet wel, net
als groenvoer, wennen aan het eten van kruiden. Begin dus voorzichtig.
Als het goed gaat kun je het wel sneller opbouwen dan met groenvoer,
maar sommige konijnen zijn er toch wat gevoelig voor en bij die konijnen
moet je toch rustig aan doen.
Als je elke dag dezelfde kruiden geeft verminderd de geneeskrachtige
werking op termijn. Het is dus aan te raden om regelmatig te wisselen.
Je kan bijvoorbeeld de kruiden in twee mixen verdelen. Eén mix geef je
de ene week, de andere mix de andere week. Of een mix voor door de week
en een mix voor in het weekend. Je kunt één soort kruid beter niet
langer dan een maand geven zonder tussenpozen als je de geneeskrachtige
werking wil benutten. Het duurt wel enige tijd voordat je de
geneeskrachtige werking van kruiden merkt, het gaat niet zo snel als de
medicijnen van de dierenarts. Vaak worden kruiden daardoor gebruikt als
ondersteuning bij of ter voorkoming van bepaalde ziektes.
Hoeveelheid:
Het is aan te raden niet te overdrijven met het voeren van kruiden.
Kruiden zijn geen groenten en mogen ook niet in die hoeveelheid gegeven
worden. Ongeveer een eetlepel gedroogde kruiden per kilo lichaamsgewicht
van je konijn per dag is voldoende. Wat verse kruiden betreft mag je
konijn meer hebben, ongeveer het dubbele. Let wel op dat niet alle
konijnen hetzelfde reageren op de verschillende soorten kruiden die er
zijn. Let dus goed op de keutels van je konijn. Zolang deze mooi vast en
rond blijven, kun je doorgaan met het voeren van kruiden. Als er
diarree is, voer dan minder of probeer te achterhalen door welk kruid
dit veroorzaakt is. Met het voeren van vruchten moet je zeker oppassen,
deze bevatten veel suikers en dit moet dus echt met mate gevoerd worden.
Waar haal je kruiden vandaan?
Als je zelf een tuin hebt kun je prima zelf kruiden kweken. Je kan ze
ook zelf drogen, op de laagste stand in de oven, of in een speciale
droogmachine voor kruiden. Je kan gedroogde kruiden ook kopen o.a. via
internetwinkels.
Let wel op dat je als je zelf kruiden plukt, deze niet plukt op
plaatsen waar honden of wilde konijnen komen. Dit in verband met
wormbesmettingen en besmetting met VHS.
Het is aan te raden om de kruiden die je voert aan te passen aan het
welzijn van je konijn en aan de seizoenen. In het voorjaar kun je
bijvoorbeeld kiezen voor paardenbloem, rode klaver en brandnetel. In de
zomer voor goudsbloem, kamille en tijm. In de herfst voor brandnetel,
rozenbloemblaadjes en goudsbloem. In de winter kun je kiezen voor
echinacea, rozemarijn, rozenbottel en munt. Hier kun je dan eventueel
nog wat favoriete kruiden van je konijn aan toevoegen voor de smaak, of
kruiden die inspelen op zijn gezondheid.
Kruidenthee:
Kook water en laat het vervolgens ongeveer 5 minuten afkoelen. Neem
gedroogde of verse bladeren van het kruid waar je thee van wil maken.
Giet het water op de kruiden en laat alles 10 minuten trekken. Als het
afgekoeld is kun je de kruiden er uit halen en de koude thee aan je
konijn geven. Niet alle konijnen vinden thee lekker, maar je kunt het
altijd proberen. Voor sommige konijnen is het echt een lekkernij.